Historie
Binnen de historie van Cuba staan conflicten centraal. De strijd om macht en geld heeft op Cuba gezorgd voor verschillende periodes waarbij er altijd veel negativiteit voor de lokale bevolking was.
​
Uitroeing (de indianen), slavernij (de Afrikanen), machtsmisbruik (de Amerikanen), corruptie en revoluties vormen de belangrijkste steekwoorden in de geschiedenisboeken over dit prachtige Caribische land.
Het eiland is lang een kolonie van Spanje geweest. Na de Spaans-Amerikaanse Oorlog werd Cuba in 1899 een staat van de Verenigde Staten.
​
Het land werd officieel in 1902 onafhankelijk, maar de invloed van de Verenigde Staten bleef groot. Het huidige Cuba is sinds 1959 een communistisch land als gevolg van de Cubaanse Revolutie.
​
De Amerikaanse invloed in Cuba stopte en Cuba werd nu gesteund door de Sovjet-Unie. Dit leidde tot de Cubacrisis van 1961, waarbij de Koude Oorlog bijna uitliep op een Derde Wereldoorlog.
​
Sinds 2018 worden er pogingen gedaan om Cuba te moderniseren en daarnaast democratischer te maken, maar dit is een moeizaam proces.
COLUMBUS IN CUBA, VIJFTIENDE-EEUWSE ONTDEKKINGSREIZEN
Koloniale geschiedenis
​
De Spanjaarden bereikten het eiland op 28 oktober 1492 onder leiding van Christoffel Columbus. Columbus wilde via het westen een route naar Indië vinden, maar kwam in Amerika aan. De Europeanen wisten toen nog niet dat Amerika bestond en dachten dat ze in Azië waren.
Aangezien er geen edelstenen of kostbare metalen op Cuba waren, verlieten de Spanjaarden het eiland al snel.
​
In 1512 werd er een nieuwe ontdekkingsreis naar Cuba ondernomen. Er werd van Cuba een Spaanse kolonie gemaakt en er werden zeven nederzettingen gesticht op het eiland.
De Cubaanse inwoners verzette zich tegen de komst van de Spanjaarden. De Spanjaarden hadden betere wapens dan de inheemse stammen.
Daarnaast werden er Europese ziekten verspreid, zoals verkoudheid en griep, die in Amerika niet voorkwamen. De Europeanen hadden een afweersysteem hiertegen, aangezien het al eeuwen in Europa voorkwam. In Amerika hadden de stammen dit niet en zij werden er dus ontzettend ziek van (soms zelfs met de dood als gevolg).
De bevolking werd verplicht om voor de Spanjaarden te werken, maar dit systeem werd al in 1542 afgeschaft. Veel inwoners waren toen al gestorven en het systeem leverde geen winst meer op.
​
Hierna brachten de Spanjaarden vele slaven uit Afrika naar Cuba om op de plantages te werken. Op de plantages werd voornamelijk tabak verbouwd.
In 1762 werd Cuba veroverd door de Engelsen, maar na elf maanden kregen de Spanjaarden in ruil voor Florida, Cuba weer terug.
Tijdens de slavernijperiode was er sprake van economische groei in Cuba. Na de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog werden Britse goederen via Cuba naar de Verenigde Staten gebracht en omgekeerd. Hierdoor groeide de bevolking op Cuba. Van de economische bloei profiteerden de slaven zelf overigens niet. Zij leefden vaak in lastige opstandigheden.
In 1820 werd besloten om de handel in slaven te stoppen. Dit weerhield de plantagehouders er niet van om slaven naar Cuba te verschepen. Pas jaren later werd de slavernij op Cuba afgeschaft.
'Making Cuba more modern'
Toekomst
​
Europese toeristen zien de bui al hangen. Zij verwachten dat de authentieke Cubaanse sfeer in rap tempo zal verdwijnen door een toenemende veramerikanisering.
​
Niet voor niets dat veel Europeanen (en vooral ook Nederlanders) nog snel naar Cuba op vakantie gaan om een vleugje van het Cuba op te pikken dat snel zal gaan verdwijnen.
Voor velen is een toekomst met Amerikaanse hotelketens, fastfoodrestaurants en winkels in de straten van Cuba een schrikbeeld in plaats van een gevolg van vooruitgang.